fbpx
Actueel
  • Home
09
10
2019

Jezelf in de strijd gooien

Afgelopen zondag moest ik de wereld kunnen tillen, topfit en on top of my game zijn. Anders kon ik het wel shaken. In normale-mensen-taal: Ik had al zwarte band in karate, maar ook in zwarte band zijn gradaties, dus ik deed examen voor het volgende level. In karate-taal: ik ging op voor mijn tweede dan.

Drie weken vooraf
Eindelijk voel ik me prima. Eerlijk is eerlijk, de afgelopen maanden bevroor ik als ik aan het examen dacht. Alsof een nieuwe stap in karateland niet voor mij is weggelegd. Onmogelijk. Hoe ik het in mijn hoofd haal. Maar na keihard trainen, vroege ochtenden kilometers gerend te hebben en mijn examenstof keer op keer te hebben nagelopen, gaat het goed. Ik vind dat ik mag. Ik vind dat het kan. Nog steeds bescheiden, maar overwegend zelfverzekerd nu.

Twee weken vooraf
Kan ik mijn examen maar vorige week doen. Inmiddels heeft het idee aan het examen tot nieuwe zenuwslopende hoogtes gezorgd. Panisch vermijd ik het vasthouden van de kleffe handjes van de verkouden jongste karateka’s in mijn les, want blijkbaar is dat voor de kleintjes een vanzelfsprekendheid als we in een kring gaan staan. Ik vermijd de grieperige volwassenen in vergaderingen net zo goed en echt niet dat ik wild met anderen ga knokken aan het einde van een karateles. Ziek zijn en blessures kan ik me nu niet veroorloven.

De laatste week vooraf
Alles blijkt echter tevergeefs. Al kwakkelend rol ik een griep in. Maar daar stopt het niet bij. Ik loop tegen alles op wat je maar kunt bedenken, zodat mijn benen bijzonder beurs en blauw zijn. Ik haal mijn hand open aan een paracetamolstripje. (Een paracetamolstripje! Aaargh.) Erger nog: mijn duim raak ontstoken omdat ik van ellende een mandarijn aan het pellen ben (iets met een scherpe schil onder mijn duimnagel). Gefrustreerd zit ik op de bank, tientallen verfrommelde zakdoekjes om me heen. Waar is de tijd dat ik gewoon normaal kon leven? Ik hoef maar naar iets te kijken of het springt in mijn oog, bij wijze van.

D-Day: het examen
Nog niet helemaal beter sta ik klaar in mijn karatepak voor het uiterst kritische oog van een vierkoppige jury. Een jury waar ik veel respect voor heb. De spanning in de zaal is om te snijden. Het is koud buiten, maar bij ons is het zweet al uitgebroken voordat het examen is begonnen. Ik herinner me ineens hoe het was om op te gaan voor mijn eerste dan, zwarte band, 8,5 jaar geleden. Toen nog zo groen als gras, jaren hard getraind, ook ziek op de dag des oordeels, maar mezelf er keihard doorheen geslagen. In de tussentijd is er veel gebeurd en ook veel niet. Ik ben een hele tijd gestopt met trainen, door school, werk en dat soort zaken. Daarna ook een paar keer gestart, met grote ambities wat (zoals velen van jullie vast herkennen) dan weer halfbakken verwaterde door de waan van de dag en trainen naar de achtergrond verdween.

Vertrouwen
Maar er is wel degelijk een verschil tussen dat meisje van negentien en de Chantal die hier vandaag in de zaal staat. Iedere week geef ik les aan zo’n honderd karatekinderen. En het afgelopen jaar heb ik trainen ervaren zoals trainen zou moeten zijn. Veel vaker, veel intensiever en veel meer alleen, weg van alle afleidingen en het alziende oog. Met veel pieken en dalen. Ja, een doel helpt. Maar de veranderingen die het trainen teweeg bracht waren des te meer stimulerend. Ik voelde en zag de groei die me onderscheidde van de dag dat ik zwarte band haalde. Ik ben karate, niet alleen het lesgeven, maar ook het karate voor mezelf, nog meer gaan waarderen. Het karate voelt beter en -ondanks de bizarre zenuwen vooraf en vandaag – ook meer vertrouwen in mijn eigen kunnen.

Rode kop
En dus ga ik ervoor, met een stalen gezicht. Zo kwaad als het kan. Het eerste half uur is het zwaarst, de griep heeft duidelijk aan mijn conditie gevreten. Met een rode kop gutst het zweet langs mijn gezicht. Tussendoor hap ik naar adem. Het ene gaat beter dan het andere, maar ik geef alles wat ik heb. Alles. Zelfs bij het allerlaatste onderdeel plagen de zenuwen me nog steeds in mijn benen. Het onderdeel vrij sparren, maar ik sta er allesbehalve vrij bij, eerder verkrampt. Ik blok de aanvallen, gooi mijn loodzware benen in de lucht en heb black-outs. Ik vecht op automatisme en maak daarbij gelukkig nog voltreffers.

Het eindoordeel, na wat leek op een uren durend overleg (in werkelijkheid vast een half uur): ik heb het gehaald. Een golf van opluchting en blijdschap.

Het gaat niet om tweede dan
Niet zo goed als ik weet dat ik kan. Dat wijt ik aan de griep en de zenuwen die ook wat te zeggen hadden. Maar ik heb het gehaald, de tweede dan! Met gemixte gevoelens wel. Want het is niet de echte kroon op al het harde werk. Het stopt niet hier. Het gaat niet om de tweede dan of ooit een hogere dan. Het gaat erom dat ik karate voel zoals ik het nooit eerder heb gevoeld. Het gaat niet om een examen, om de beste te zijn, om anderen. Het gaat om groei, het gaat om blijven trainen. Iets wat ik nu voor het eerst echt voel en zie. En daar voel ik het meest berusting in. Een gevoel dat ik iedereen met een sport- en passiedoel toewens. Ga ervoor en gooi jezelf in de strijd, want een strijd zal het zijn.

Tussen jou en jezelf.
Chantal Straver 28/11/2013

Auteur: Chantal Straver

Oprichter, trainer en auteur van 'Toen ik eindelijk durfde'.

Reactie
0

Laat een reactie achter

X